Talk:Oprechte deelgeving

From AardRock Wiki
Revision as of 16:54, 21 March 2007 by Martien (talk | contribs) (Historie oprechte deelgeving)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search

Historie oprechte deelgeving

  • 2007-03-21 Martien zet e.e.a. als historisch document integraal op de Wiki.
  • 2007-03-12 Martien stuurt een geïntegreerde een vereenvoudigde versie naar Gaston, Stanley en Harry—zie aansluitend op dit lijstje historie.
  • 2007-03-08 Gaston stuurt Martien een email met een Word-document met zijn voorzet voor 'De Verdeelcirkel…' en Martien reflecteert (zie hieronder).
  • 2007-02-22 Gaston deelt zijn "geldspel"-idee met Martien in Motel Vianen.
  • 2006-11-01 Martien zet het op de agenda als één van de brandende vragen—het steekt zo nu en dan de kop op, maar verder blijft het vreemd stil rondom dit onderwerp. Harm, Wim en Willem buigen zich er in het begin over, maar iets concreets komt er niet uit. De gummiberen van Willem en Martien slaan niet echt aan.

Dit onderwerp staat al sinds het begin (november 2006) op de agenda en steekt regelmatig de kop op. Gaston en Martien hebben er een aantal weken geleden kort en krachtig over gebronstormd en Martien heeft er met Stanley ook kort over geboomd. Harry heeft hier ook uitgesproken meningen over en heeft een boeiend geldspel gespeeld tijdens de SMT in januari. Martien heeft wat naar game theorie zitten snuffelen met Google en wat boeiende info gevonden (zie voetnoot verderop), gelezen en geïntegreerd in onderstaand.

Vóórdat we e.e.a. nu integraal op de Wiki voor iedereen presenteren, graag eerst jullie aanscherping (om juist enige scherpe kanten eraf te halen :-).

De bedoeling is dat we hiermee binnenkort (tussen nu en vier weken) de proef op de som mee nemen en onze ervaringen daarmee verwerken in een uiteindelijke versie. Uiteraard op basis van instemming.

Stel we hebben op 7-7-7 €1M in de pot doordat ongeveer 100.000 mensen gemiddeld €10 hebben gegeven voor ons schitterende Aloha-boek. Stel dat de inkoop (drukker, uitgever, distributeur, handel) zo’n €600k heeft gekost. Het drukken van 100.000 boeken kost ongeveer €2 per boek, zo zegt Jeroen Puntman, dus €200k totaal. Met nog eens €400k voor handel, marketing en communicatie is de inkoop dus €600k.

Blijft €400k winst te verdelen over de bijdragers en over het fonds. We kunnen dat dan in twee fases verdelen. In de eerste fase bepalen we hoeveel we in het fonds reserveren voor andere goede reizen en doelen. En in de tweede fase verdelen we het restant onder de bijdragers. Andersom kan ook. Wat is wijsheid? Verdeling gaat in beide gevallen op basis van oprechte deelgeving zoals hieronder beschreven.

Toen Martien term oprechte deelgeving noemde in de conference call met Gaston en Stanley op 12 maart zo rond 17:00 uur, schoten ze in de lach—blijkbaar een aardige naam voor het patroon of recept.

Harry reageert 13 maart kort door de bocht

Heren,

Ik moet het kort houden. Vergeef me de indruk van botheid die daardoor kan ontstaan. Het is mijn feedback voor wat het waard is.

Ronde 1

Verhelderende vragen:

  • Wie van jullie heeft het geldspel zelf gespeeld?
  • Wie van jullie kent 'de oorsprong en geschiedenis van het geld'?
  • Wie van jullie heeft Benard Lietaer gelezen?
  • Wie van jullie kent of heeft ervaring met alternatieve betaalsystemen?
  • Wie van jullie kent het boekje 'Liefde is economie' van Steven Pont?
  • Wie van jullie kent de speltheorie over geven en nemen?
  • Wie van jullie kent of heeft ervaring met het 'speel je rijk' experiment dat de vpro deed?

(inzetten, verdelen en 'afrekenen' ook in termen van wraak en boete) (FYI Alle vragen Harry wel)

  • Welke verwachtingen of premisses hebben jullie doen kiezen voor de 'geld-spel' vorm?
  • Wat zijn de voordelen
  • Welke problemen (die je bij een andere verdeeltechniek verwacht) vermijd je daarmee?
  • Welke onzekerheden hebben jullie er nog zelf over?
  • Welke andere oplossingen hebben jullie overwogen en verworpen?
  • Waarom en waartoe?
  • Wat hebben jullie gemist?

Ronde 2

Eerste indruk: Leuke opzet. Vanuit de patroonbenadering mis ik explicatie van de inwerkende krachten volledig. De geldspel in zijn oorspronkelijke vorm is een volstrekt lege vorm. Het levert geen enkele steun aan welke soort van verdeling ook. Het faciliteert slechts de eigen ervaring van de deelnemer. De resulterende feitelijke geldverdeling is volstrekt willekeurig! Een combinatie van je eigen arbitraire keuzes en inzichten en reacties en emoties van het moment, de onderlinge interactie daarvan en dat alles reagerend op dezelfde complexiteit bij alle anderen. Je komt vooral jezelf tegen en je intenties en hoe ze waarschijnlijk uitpakken (anders!) Kortom, de vorm lost het probleem (ieder het zijne) niet op.

Ronde 3

Voordenken en nadenken Wat mij al lang verwonderd is dat er weinig over (een verdeling van) het geld wordt gesproken op de wiki. Alle argumenten over geld en waarde kunnen daar al lang en breed staan. Alles wat ik lees en hoor wijkt in essentie niet veel af van mijn 'Riek Bakker'-voorstel:

  1. Beslis zelf wat je er in investeert (in geld, tijd en moeite)
  2. En welke verantwoordelijkheid je neemt in de uitvoering van het werk.
  3. Wat je er weer uit wilt halen als het klaar is.

Vooraf zijn dit helder gesprekken, later of achteraf veel lastiger. Waarom denk je dat de beoefenaars van het oudste beroep vooraf afrekenen? Instinctief wil niemand zijn eigen teleurstelling betalen. Dus: Vertel nu meteen wat je komt brengen, doen en halen.

Tenslotte—Wensen en verwachtingen zijn essentieel verschillende zaken.

Varianten op een thema

Variant 1: altijd een minimum voor jezelf

Stanley’s idee: Er wordt een voor iedereen een gelijk minimaal bedrag afgesproken dat je niet hoeft, maar wel mag te verdelen. Dat is dus het minste waarmee je naar huis kan gaan, zelfs al krijg je van niemand iets. Dat bedrag is uiteraard minder dan 1/n. Voordelen: je gaat nooit met lege handen naar huis. Nadeel: maakt het complexer doordat je instemming moet krijgen over de hoogte van dat bedrag.

Variant 2: geef jezelf niets

Verdeel alleen over de andere bijdragers, dus geef jezelf niets. Jouw deel krijg je wel van de anderen.

Variant 3: initiatiefnemer project kiest deelgevers autocratisch

De oorspronkelijke initiator van het project kiest autonoom (en autocratisch) de deelgevers (die elk stuk voor stuk substantieel moeten hebben bijgedragen aan de resultaten). De initiatiefnemer zelf is niet verplicht deel te geven.

Martiens filosofische, ethische, en economische overwegingen

Veel filosofische en economische scholen pleiten ervoor dat alle individuen van een gemeenschap gelijke kansen dienen te hebben. Het argument gaat dat een samenleving ongelijkheden elimineert van sommige, maar niet van alle, factoren. Gelijke kansen vereist dat ongelijkheden die ontstaan buiten de controle van een deelnemer, zoals de natuurlijke en genetische begrenzing van een individu, geëlimineerd dienen te worden, en ongelijkheden die ontstaan door factoren waar je zelf invloed op hebt geaccepteerd dienen te worden. Kortom, het verschil tussen omstandigheden en keuze.

Daarbij is een individuele investering in tijd, inspanning of geld duidelijk een vrije keuze—dat gebeurt vrij-willig. Het rendement op die investering is duidelijk buiten de controle van dat individu.

Studies tonen aan dat open en onderlinge communicatie over de verdeling een wezenlijke bijdrage levert aan de vrijgevigheid en billijkheid van de verdeling. Die communicatie is niet bindend en heeft geen geldelijke compensatie. Daarom is er ruimte voor prietpraat tijdens het proces. Prietpraat (vrij vertaald uit het Engelse “cheap talk”) is die communicatie vooraf die geen kosten met zich meebrengt. Tijdens de prietpraat kan iedereen zijn of haar motivatie en hypotheses delen met de anderen op basis waarvan zijn of haar verdeling plaatsvindt.

Het blijkt dat individuen die de kans hebben gehad vooraf informatie uit te wisselen over de billijkheid naar verwachting meer belang aan billijkheid te hechten dan mensen die die kans niet hebben gehad. Bovendien verhoogt het de coördinatie en spellen met strategische interactie. Privé-informatie impliceert onzekerheid, en onzekerheid leidt tot impasse.

Verbale interactie en vooraf geschreven beloften verhogen de samenwerking aanzienlijk. Communicatie is een manier om het begrip van het spel en de natuur van billijkheid onder de medegevers te verzekeren. Hierbij is het ontvangen van een bericht vaak beter dan het zenden ervan.

Rechtvaardigheid is ook contextafhankelijk of situationeel en daarmee bestaan er eigenlijk geen universele principes van rechtvaardigheid.

Elegant, precies en compleet ontwerp van het verdeelspel reduceert het kaderende effect waardoor mensen vaak vastlopen.

Gedistribueerde voorkeuren zijn gerelateerd aan consequenties of uitkomsten, reciproke voorkeuren zijn gerelateerd aan intenties. Neem daarom je intenties mee in jouw communicatie zodat je medegevers daar weer andere intenties van af kunnen leiden.

Al deze zaken leiden tot een proces bestaande uit drie delen: 1) stil geven, 2) prietpraat, 3) nuancering. De nuancering kan elementen van retributie (pijnlijke vermindering van compensatie) met zich meebrengen, maar immer op basis van billijkheid.

Het blijkt dat intenties—beloftes en het maken of breken ervan—invloed hebben op de verdeling. Daarom is de billijkheid van het verdeelproces zelf ook van groot belang. Mensen bestraffen valse berichten en belonen eerlijke berichtgeving.

Communicatie verkleint ook de sociale afstand tussen de deelgevers en ontlokken ook onbewuste toewijding om onzelfzuchtig te handelen. Communicatie verhoogt de investering en beloftes zijn geloofwaardiger dan bedreigingen. De informatie-uitwisseling in de communicatiefase is niet bindend.

Gastons oorspronkelijke voorzet en Martiens reflectie

Ronde 2:

De ‘pot’ wordt verdeeld in porties van het aantal mensen en het Fonds. D.w.z. € 1.000.000,00 / 9.

Martien: Hoe wordt (zelf-organiserend) bepaald welke mensen meedoen? M.a.w. wat zijn de entry en exit-criteria hiervoor? Wat doen we met late-joiners (Niranyana) en early-leavers (Wim, Johan) en kat-uit-de-boom-kijkers (Harm).

Er wordt een aantal ronden doorlopen, die door de facilitator worden gestopt. Na de stop worden geen geldhandelingen meer verricht. Ieder neemt dan de tijd voor reflectie.

Martien: Dus de Facilitator doet zelf niet mee met verdelen? Is dus externe? Of kan een geefnemer tegelijkertijd ook faciliteren? Beter nog: kunnen we het zodanig plooien dat er geen Facilitator nodig is?!

Start

Facilitator vraagt de deelnemers op een stoel (stoelen in cirkel geplaatst) plaats te nemen en die stoel herkenbaar te maken, met een jasje, tasje, strik, stropdas o.i.d. Eén stoel is de Fondsstoel.

Martien: Helder. Alternatief: geen fondsstoel. Fondsstoel in de zelfde ronde maakt het complexer. Fonds in aparte ronde (ervoor of erna).

Ronde 1: geef-ronde zonder commentaar

(Aan deze ronde doet het Fonds niet als gever mee, wél als ontvanger.) Ieder staat achter zijn of haar stoel. Op teken van de facilitator begin je en geef je geld weg. Zonder praten. Je gaat weg van je stoel, met geld en geeft dat aan iemand die ‘thuis’ is, dat wil zeggen achter zijn stoel staat. Als je die handeling hebt verricht, ga je naar je stoel terug en bepaal je wat doet. Als je achter je stoel staat, “thuis bent”, kun je ontvangen.

Martien: Ik neem aan dat je uiteindelijk wacht tot je de kans hebt gekregen om iedereen die je wat wilt geven thuis is geweest. Waarom moet iemand thuis zijn? Je kan ook gewoon geld neerleggen op iemand’s stoel, ook al is hij niet thuis.

Na enige tijd kondigt facilitator aan: ‘ronde is bijna ten einde. Even later: nog 30 seconden , nog ....20....10...stop. Dan ga je naar je stoel, tel je geld en ga er op zitten.

Martien: Hmmm… wat is het nut van tijdgebonden zijn? Ik stel me voor dat je redelijk snel de verdeling die je in je hoofd hebt kan uitvoeren.

Reflectie:

Sluit je ogen en sta even stil bij jezelf. Wat gebeurde er in je? Heb je gegeven? Hoe heb je gegeven? Aan wie heb je gegeven? Waarom? Heb je ook ontvangen? Hoe heb je ontvangen? Van wie heb je ontvangen? Sta ook eens stil bij het resultaat. En wat voor gevoel je kreeg bij het geven en bij het ontvangen. Hoe was het om daar niks bij te zeggen? Let ook op hoe je in deze stilte tegen jezelf praat. Mild? Oordelend? Wat is het oordeel?

Martien: Jaja. Ik vind het moeilijk om zonder vóórdenken te verdelen. Ik heb de behoefte om eerst voor mezelf een relatieve verdeling te maken: Piet > Jan; Jan > Klara; Jan > Martien, etc. En dat te testen tegen voelt het goed (kan ik me er in vinden), klopt het (met mijn relatieve verdeling—spreadsheet), en werkt het (weten en voelen de ontvangers zich zodanig gewaardeerd dat ze hun energie blijven geven aan de reis).

Ronde 2: neem-ronde

(Aan deze ronde doet het Fonds niet als nemer mee, wel als ‘gever’) Je gaat weer achter je stoel staan. In deze ronde mag je pakken. Natuurlijk alleen als iemand ‘thuis’ is. Begin en einde van deze rond op teken van de facilitator.

Martien: Fonds mag er van mij uit. Zie eerdere opmerkingen. Verder: Voelt voor mij niet goed. Kan ik niet. Pakken van de ander?

Na enige tijd kondigt facilitator weer aan: ‘ronde is bijna ten einde. Nog 30 seconde....20....10...stop. Dan ga je naar je stoel, tel je je geld en ga je er op zitten.”

Reflectie:

Sluit je ogen en sta even stil bij jezelf. Wat gebeurde er in je? Heb je gepakt? Hoe heb je gepakt? Van wie heb je gepakt? Willekeurig? Doelbewust? Waarom? Is er ook van jou gepakt? Hoe was dat? Sta ook eens stil bij het resultaat. En wat voor gevoel je kreeg bij het pakken? Hoe was het om daar niks bij te zeggen? Let ook op hoe je in deze stilte tegen jezelf praat. Mild? Oordelend? Wat is het oordeel?

Ronde 3: geef-ronde met commentaar

(Ook aan het Fonds kan worden gegeven – motivatie op flipover noteren.) Je gaat weer achter je stoel staan. In deze ronde ga je geven, maar nu met commentaar. Er mag dus gepraat worden, maar geen hele monologen en ellenlange uitleg. Het ontvangen gaat zonder commentaar!

Na enige tijd kondigt facilitator weer aan: ‘ronde is bijna ten einde. Nog 30 seconde....20....10...stop. Dan ga je naar je stoel, tel je je geld en ga je er op zitten.

Reflectie:

Sluit je ogen en sta even stil bij jezelf. Wat gebeurde er in je? Heb je gegeven? Hoe heb je gegeven? Aan wie heb je gegeven? Waarom? Heb je ook ontvangen? Hoe heb je ontvangen? Van wie heb je ontvangen? Sta ook eens stil bij het resultaat. En wat voor gevoel je kreeg bij het geven en bij het ontvangen. Let ook op hoe je in deze stilte tegen jezelf praat. Mild? Oordelend? Wat is het oordeel?

Ronde 4: vraag-ronde met uitleg

(Het Fonds doet niet mee.) Je gaat weer achter je stoel staan. In deze ronde ga je vragen, maar nu met uitleg waarom. Je geeft ook aan hoeveel je graag waarom zou willen hebben. Degene waaraan wordt gevraagd bepaalt of hij/zij wil geven. Dan pak je het van je zitting en geeft het aan de vrager! De andere spelregels gelden nog steeds.

Na enige tijd kondig je weer aan: ‘ronde is bijna ten einde. Nog 30 seconde....20....10...stop. Dan ga je naar je stoel, tel je je geld en ga je er op zitten.”

Reflectie:

“Sluit je ogen en sta even stil bij jezelf. Hoe was het om te vragen? Kostte dat moeite? Hoe was het om daarop te antwoorden? Waarom heb je wel of niet gegeven? Hoe was het om te ontvangen?

Ronde 5: slot-ronde

(Het Fonds doet hiermee als ontvanger en als gever’. – uitleg/vragen/opmerkingen op flipover.) Je gaat weer achter je stoel staan en in deze ronde mag je: geven, pakken en vragen, met of zonder reden/uitleg. Alles mag en alles geldt. We doen het gedisciplineerd, waarbij ongeveer 5 mensen mogen lopen.

Na enige tijd kondig je weer aan: ‘ronde is bijna ten einde. Nog 30 seconde....20....10...stop. Dan ga je naar je stoel, tel je je geld en ga je er op zitten.

Reflectie:

Sluit je ogen en ga weer even naar binnen in jezelf. Hoe was het om te geven? Of om te ontvangen? Of heb je gepakt? Hoe was dat? Hoe was het om thuis te zijn? Ga in alle rust eens na wat er in je om ging? Wat deed je toen je wist dat je nog 30 seconden had?

Eindreflectie:

Een moment om nog eens de hele gebeurtenis de revue te laten passeren. Dat kun je doen door naar het resultaat te kijken. Hoe ontwikkelde zich dat bij jou? Wat vond je fijn, wat minder fijn... Wat was jouw rol in het geheel? Heb je oog gehad voor het geheel? Voor de ander?

Afsluiting: facilitator telt het Fondsgeld.

Martiens reflectie en variaties

Fonds in aparte ronde doen. Vooraf of achteraf of beiden. Beiden heeft als voordeel dat je op basis van voortschrijdend inzicht en gedrag en motivatie van anderen tot een beter inzicht komt voor het fonds. Bovendien wordt hierdoor het proces eenvoudiger en makkelijker.

Vooraf

Iedereen krijgt voldoende gelegenheid om voor te denken. Om bij zichzelf al een eerste relatieve en duidelijk gemotiveerde verdeling te maken. Zo van: “Kees verdient meer dan Marie, Klaas, en Theo. Theo verdient meer dan Klaas. Marie krijgt het minste van allemaal. En check bij jezelf vervolgens: En dat te testen tegen voelt het goed (kan ik me er in vinden), klopt het (met mijn relatieve verdeling—spreadsheet kan dit testen), en werkt het (weten en voelen de ontvangers zich zodanig gewaardeerd dat ze hun energie blijven geven aan de reis).

Pot wordt gelijk over alle deelgevers verdeeld. Ieder heeft dus 1/n te vergeven.

Deel 1

Je verdeelt zonder te spreken jouw 1/n over de n-1 anderen door het op hun stoelen te leggen. Je geeft jezelf dus niets (cq houdt niets achter voor jezelf). Na afloop tel je je geld en deelt de uitkomst mee aan de rest en je reflecteert.

Deel 2

Iedereen motiveert kort wat hij of zij aan de anderen gegeven hebt. Als jij aan de beurt bent zijn de anderen stil—geen opmerkingen, vragen, emoties, etc. Als iedereen dat heeft gedaan volgt een korte stille innerlijke reflectie.

Deel 3

Verhelderende vragen kunnen gesteld en beantwoord worden. Discussies worden meedogenloos aardig afgekapt.

Deel 4

Op basis van de in deel 1 en 2 onstane situatie en informatie en daardoor mogelijk nieuwe inzichten krijg je gelegenheid om te herverdelen of nuances aan te brengen. Dus eigenlijk nogmaals deel 1 en 2 (en optioneel 3) uit te voeren.

Deel 5

Instemmingsronde om eventuele gegronde bezwaren te integreren.

Variant 1

Stanley’s idee: Er wordt een voor iedereen gelijk minimaal bedrag afgesproken dat je niet hoeft, maar wel mag te verdelen. Dat is dus het minste waarmee je naar huis kan gaan, zelfs al krijg je van niemand iets. Dat bedrag is uiteraard minder dan 1/n.

Variant 2

De oorspronkelijke initiator van het project kiest zelfstandig de deelgevers (die elk stuk voor stuk substantieel moeten hebben bijgedragen aan de resultaten). De initiatiefnemer is niet verplicht zelf deel te geven.

Kortom, een proces van drie stappen dat twee keer achtereenvolgens wordt uitgevoerd. Idem voor het fonds.