Waarden uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst
Waarden uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst
Op weg naar de coördinaten van een nieuw waarden systeem
Rapport van de werkgroep Normen en Waarden van de Renaissance groep Versie 1.0 Oktober 2006
Foppe Seekles Ton Plekkenpol Marjolein Hins Albert Boswijk Pieter Adriaans
Wat beweegt ons?
“Ik geloof erin dat wij met elkaar onze toekomst creëren en deze verandering positief kan uitpakken als een groot gedeelte van onze bevolking dit besef en bewustzijn ook heeft en wij elkaar aanspreken om onze verantwoordelijkheid te nemen. Hiervoor zijn sterke, verantwoordelijke, liefdevolle, zelfbewuste mannen en vrouwen nodig, die hun nek durven uit te steken. Ik help graag om deze mensen te vinden en te verbinden.” Marjolein Hins
“Als je bij jezelf nagaat wat je beweegt, merk je dat je terug gaat naar elementaire zaken als.....een goed gevoel hebben bij een contact, een ontwikkeling, een zakelijke mogelijkheid. Ik kom in beweging door een positieve instelling, vernieuwing en creativiteit. Ik heb ervaren dat een combinatie van een mannelijk en een vrouwelijk inzicht versterkend werkt op die drie punten. Verder brengt een rustpunt veel nieuwe inzichten. Vaak lopen die enkele jaren op de markt vooruit. Dus volg je de markt en volg je je intuïtie. Openheid, begrip en wederzijds respect zijn de bouwstenen voor implementatie.” Foppe Seekles
“Wat mij beweegt is een energie die sterker is dan mijn mentale weerbaarheid, om niet toe te kijken hoe de wereld verandert, maar daar deelgenoot van te zijn. Ik kan alleen maar voortbestaan als ik ook maar het geringste idee heb dat ik iets kan toevoegen aan het leven, en mensen kan helpen in de evolutie van hun verandering.” Ton Plekkenpol
“Wat mij beweegt is om helderheid en begrip te creëren in de dynamiek die we met zijn allen ervaren en meemaken voor mijzelf en anderen. Opdat wij keuzes kunnen en zullen maken die goed zijn voor allen en een sociale relevantie in zich dragen.” Albert Boswijk
“Wat mij beweegt is de ambitie om de wereld te begrijpen en haar vorm te geven. Daarbij komt het geloof dat het mogelijk is om de voorwaarden te scheppen voor een goed leven, zowel voor anderen als voor mijzelf.” Pieter Adriaans
Waarom dit document?
Aanleiding tot dit document is het besef dat onze samenleving snel verandert.
Enerzijds lijkt de tijd heel snel te gaan. We maken deel uit van door technologie gestuurde maatschappelijke ontwikkelingen die we nauwelijks kunnen bevatten of kunnen overzien omdat we er middenin zitten. We hebben een overvloed aan informatie die we amper kunnen verwerken. Enig houvast lijkt te ontbreken.
Anderzijds is er het besef dat de maatschappij niet snel genoeg verandert. Organisaties en bedrijven blijven de werkelijkheid op een traditionele wijze benaderen zonder dat menselijke schaal nog telt. Het respect voor het individu en de menselijke maat lijkt verdwenen. Vanuit een sterk veranderende wereld laten zich nieuwe waarden zien. We zullen eerst uit ons wantrouwen en onze angst moeten stappen om vanuit vertrouwen te bouwen aan een nieuwe wereld. De doelstellingen van dit rapport zijn daarom:
- Vast te stellen welke waarden historisch gezien betekenisvol geacht werden
- Te beschrijven welke veranderingen er plaats gevonden hebben en hoe we daar als westerse mens mee zijn omgegaan en of we daar van leren
- Te bepalen welke veranderingen er op dit moment op dit terrein plaats vinden.
- Te beschrijven nieuwe waarden die aan het ontstaan zijn en hoe ze zich verhouden met oude.
Stel dat wij vanaf morgen echt goed voor onszelf gaan zorgen en we niet meer over elkaar oordelen en elkaars verschillen en kwaliteiten gaan zien en waarderen, elkaar vertrouwen, elkaar aanspreken op verantwoordelijkheid, elkaar echt een handje helpen en onze economische middelen wereldwijd inzetten voor ons allen die leven op onze aarde, resultaatgericht ten gunste van het groter geheel…. Hoe zou de wereld er dan overmorgen al uit kunnen zien?
We maken in dit rapport nog even een stapje naar de oude waarden, die we nimmer als basis in ons systeem zullen kwijtraken en nemen u dan graag mee naar een kijk op de momenteel in opkomst zijnde waarden zoals wij die signaleren.
Onze oude en nieuwe waarden zijn:
Nieuwe waarden Oude Waarden Authenticiteit Liefde Duurzaamheid Eerlijkheid Passie Vriendschap Creativiteit en Zelfexpressie Vertrouwen De Natuur: Aarde als systeem Menselijk leven Balans feminiene en masculiene kwaliteiten Waarheid Wereldburgerschap Schoonheid Gezondheid Naastenliefde Toegang tot ervaring i.p.v. eigendom Individualiteit Zelfsturing Gelijkheid
We pretenderen niet dat deze lijst uitputtend of exact is, maar wel dat hij een denkrichting aangeeft en kan dienen als een leidraad bij het handelen. Als laatste analyseren we wat ons te doen staat op basis van deze inzichten.
Wat zijn waarden?
Bij het nadenken over waarden is het goed onderscheid te maken tussen intrinsieke waarden en instrumentele waarden.
Instrumentele waarden zijn geen doel op zich zelf. Intrinsieke waarden zijn dat wel.
Laten we een voorbeeld geven. Op zich is de snelheid waarmee je in een auto rijdt waardevrij. Als je harder gaat rijden wordt je niet automatisch minder ethisch. Toch vinden we dat er snelheidsbeperkingen moeten zijn. Hard rijden in een auto verhoogt immers het gevaar voor een ongeluk waarbij mensen leed wordt toegebracht. We vinden een mensenleven intrinsiek waardevol. Het handhaven van een snelheidslimiet wordt zo een instrumentele waarde in dienst van een intrinsieke waarde: het menselijk leven. Uit dit voorbeeld blijkt al direct dat je waarden niet zo makkelijk verandert. Een echte intrinsieke waarde is eigenlijk onveranderlijk. En instrumentele waarden zou je alleen moeten veranderen als je andere inzichten krijgt over hun relatie tot intrinsieke waarden.
Waarden vormen een systeem.
Ze hangen samen. Laten we het voorbeeld even doortrekken. Naarmate een auto langzamer rijdt wordt het risico op een ongeluk kleiner. Zo doorgeredeneerd zouden we het menselijk leven het best beschermen als we met zijn allen besluiten 0 kilometer per uur te gaan rijden. Iedereen beseft dat dit niet kan. Zonder autoverkeer zou onze economie instorten. De voedseldistributie komt tot stilstand, bedrijven gaan over de kop. Na een paar weken zou de maatschappij tot barbarij vervallen met alle gevolgen van dien. Mensen zouden elkaar de kop inslaan en daarmee zou de intrinsieke waarde van het menselijk leven meer schade worden toegebracht dan door het autoverkeer. Deze analyse leert ons het volgende:
Waarden zijn vaak met elkaar in conflict.
Om conflicten in ons waarden systeem te reguleren stellen we normen. Normen zijn puur sociale en historische constructies en veranderen vaak snel. Zo is de 120 kilometer limiet een politiek compromis. Er is geen reden waarom het niet 119 kilmeter of 88 kilometer zou kunnen zijn. Enige decennia geleden hadden we in Nederland een algemene 100 kilometer limiet. In Duitsland geldt op de snelwegen geen limiet en 200 jaar geleden was er geen sprake van een limiet, puur omdat rijtuigen niet erg hard kunnen rijden. Elke samenleving kent politieke processen waarin deze normen worden vastgesteld en vervolgens in wetten worden vastgelegd. Op basis van deze inzichten kunnen waardensystemen op verschillende niveaus met elkaar in conflict zijn:
Op het niveau van intrinsieke waarden Op het niveau van afgeleide instrumentele waarden Op het niveau van normen die conflicten tussen waarden reguleren.
Het zou mooi zijn als iedereen het eens kon worden over een afgebakende lijst van intrinsieke waarden. Op basis daarvan zouden we kunnen werken aan een systeem van instrumentele waarden om daarna normen voor waardenconflicten vast te stellen. De geschiedenis leert ons helaas dat zoiets niet makkelijk lukt. Mensen met verschillende levensbeschouwelijke inzichten hangen verschillende intrinsieke waardepatronen aan. Voor de een is de bijbel het woord van God, voor de ander de Koran en voor weer een ander zijn het boeiende historische documenten, maar meer ook niet. De geschiedenis leert dat het niet altijd mogelijk is consensus over intrinsieke waarden te bereiken.
Oude waarden
Veel waarden zijn verwant aan elkaar. Vriendschap impliceert vertrouwen. Eerlijkheid impliceert waarheid. Het is niet mogelijk een lijst van in steen uitgehouwen basiswaarden te specificeren. Een mogelijke lijst is:
- Liefde
- Eerlijkheid
- Vriendschap
- Vertrouwen
- Waarheid
- Schoonheid
- Naastenliefde
- Individualiteit
- Gelijkheid
Niet al deze waarden zijn tegelijkertijd ontstaan. Ze hebben een geschiedenis. De creatie van waarden is een neerslag van een historisch leerproces waarmee de mens de wereld om zich heen betekenis gaf en zijn cultuur schiep. We scheppen kunst en geven daarmee bepaalde zaken (schilderijen, gebouwen, gedichten of verhalen) een speciale betekenis. Het verhaal van dat proces is in feite ons eigen verhaal.
Een korte geschiedenis van waarden
Ralph Dunbar heeft in zijn boek ‘Grooming, gossip and the evolution of language’ een mooie grafiek staan waarin de grootte van de neo-cortex bij apen wordt afgezet tegen de groepsgrootte. Als je die grafiek doortrekt naar mensen komt er uit dat wij van nature in groepen zouden kunnen leven van ongeveer 200 individuen. Dat is de grootte van een Romeins cohort en van een gemiddelde business unit. Het is ongeveer ook het aantal mensen dat je een kerstkaart stuurt. Kennelijk zitten die dingen nog steeds hard-wired in ons brein. 6.5 miljard mensen moeten het met elkaar rooien, terwijl hun breinen zijn afgestemd op een groepsgrootte van 200. Nog een prestatie dat er zo veel goed gaat. “‘In vijf miljoen jaar tijd, de periode sinds de mens zich heeft afgesplitst van de chimpansees en de bonobo’s, hebben mensen steeds beter leren samenwerken. Kijk naar een stad als New York, waar tien miljoen mensen met elkaar samenleven. Als ik tien miljoen chimpansees bij elkaar zou zetten, zou dat een bloedbad worden.” Zegt etholoog Frans de Waal.
De mensheid is een leerervaring. We stellen onze normen en waarden bij op basis van onze nieuwe ervaringen en mogelijkheden. Dat wil niet zeggen dat die waarden daarmee relatief zijn en dat elke tijd zo zijn normen en zeden kent. Grote historische veranderingen hebben hun neerslag op onze formulering van normen en waarden. Regels en afspraken zijn van alle tijden. Soms zijn ze expliciet vastgelegd in tekst, soms bestaan ze alleen impliciet. Zelf in een kudde bizons of een kolonie apen bestaan impliciete regels en afspraken over het verdelen van voedsel, het beschermen van de groep en de keuze van partners.
1.7 miljoen jaar geleden leefde een stam van homo erectus bij het Turkana meer in Kenya. Een van de vrouwen, tegenwoordig bekend onder de prozaïsche naam KNM ER 1808 overleed aan een vervelende botziekte veroorzaakt door het eten van te veel rauw vlees. Uit de fossiele botresten kunnen we opmaken dat ze de laatste maanden van haar leven verzorgd moet zijn door haar stamgenoten. Het is dus al heel oud: zorgen voor elkaar, zwakke leden van de groep beschermen.
Onze verre voorouders waren jager-verzamelaars. Het leven was kort, hard en onproblematisch. (If there is no solution, there is no problem) Als je wilde eten dan plukte je wat of je maakte een vuistbijl of een speer en je verschalkte een konijn. Toch waren er kennelijk al normen en waarden. Men werkte samen. Men steunde elkaar. Dat had ook een negatieve kant. De groepen konden niet te groot worden. Daarvoor brengt jagen en verzamelen te weinig op. Je kunt niet met een groep van 500 mensen op de Veluwe bramen gaan plukken en konijnen jagen. Met 15 man lukt dat wel. Als de groep te groot wordt moet hij splitsen. Dan krijg je een splitsing tussen mijn-groep en niet-mijn-groep met alle gevolgen van dien.
Een fundamentele verandering brengt het ontstaan van de landbouw. Er verstrijkt een paar maanden tussen zaaien en oogsten. In de tussentijd moet de groep er wel voor zorgen dat het land beschermd wordt. Men gaat paaltjes slaan, hekjes zetten. Anderen de toegang ontzeggen. Men gaat investeren in de eigen woonplek. Huisje, boompje, beestje. Kon je vroeger als jager achter de kudde aan trekken. Nu moet je er voor zorgen dat de kudde bij jou blijft. Meer hekjes en paaltjes. Al die investeringen zorgen er voor dat je veel meer mensen kunt voeden. Er komt vrije tijd. Je kunt kunst gaan maken en gedichten schrijven. De groepen worden groter. Maar ook kwetsbaarder. Er komen conflicten. Het eigendom wordt uitgevonden. De nederzettingen worden groter. Er komen steden. Een stad is economisch gezien een enorme roofmachine. Hij produceert zelf niets, (behalve cultuur). Alles -voedsel, kleding, bouwmateriaal- moet van buiten worden aangevoerd. Er moet een pact bestaan tussen de stad en het land er om heen. De organisatie van het economische leven wordt complexer. Het schrift wordt uitgevonden, evenals het geld. De oorsprong van het schrift is administratief (Schmandt Besserat): vrachtbrieven, voorraadlijsten, kadasters. Met het schrift komen de wetten.
Het maken van regels en wetten is niet makkelijk. Lees de bijbel er maar op na. Sommige zijn heel algemeen en handelen over de oude thema’s: bescherming van leven en eigendom, partner keuze. Eert uw vader en uw moeder. Gij zult niet doodslaan. Gij zult niet echtbreken. Gij zult niet stelen. (Exodus 20:12-15) Andere zijn al behoorlijk abstract: Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste. (Exodus 20:16) Weer andere nog al bureaucratisch: wanneer iemand een put graaft zonder dien te bedekken, en er valt een rund of een ezel in, dan zal de eigenaar van den put vergoeding geven (Exodus 21:33). Een probleem blijft te bepalen voor wie de wetten nu eigenlijk gelden. Slaven hebben nog steeds weinig rechten: “Wanneer iemand zijn slaaf of slavin met een stok slaat, zodat deze onder zijn hand sterft, zal deze zeker gewroken worden. Slechts indien hij een dag of twee in leven blijft zal hij niet gewroken worden, want het is zijn eigen geld.” (Exodus 21:20-21). Ook vrouwen worden nog bij de inventaris van het huis gerekend in het Oude Testament. Overigens bestaat ook nu (2006) op het eiland Sark voor de Franse kust nog een wet die zegt dat je je vrouw mag slaan mits zij het gebruik van een hand en een oog houdt.
Men gaat experimenteren met staatsvormen: een koning, een tiran, een oligarchie, een democratie. Niets bleek ideaal. Overigens moeten we ons van de democratieën in de oudheid niet te veel voorstellen. Alleen zeer bevoorrechte personen mochten stemmen in Athene. Vrouwen en slaven al helemaal niet. In het Romeinse keizerrijk viel ook weinig te stemmen. Augustus liet 300 van de 600 senatoren ombrengen. Wat men in ieder geval leerde was dat een zekere mate van participatie in het leiden van een staat wenselijk is. Misschien mocht niet iedereen meedoen, maar je moest niet te veel mensen uitsluiten. Dan werd het staatsapparaat instabiel en kreeg je revolutie.
Het overheersende recht was nog steeds het recht van de sterkste. Als je niet met de stadsstaat 100 km verderop door een deur kon dan maakte je die toch gewoon met de grond gelijk en je verkocht de bevolking als slaaf. In de periode van ca 300 v. Chr. tot het jaar 0 liepen de meeste stedelingen rond het Middellandse zee bekken permanent het gevaar huis en haard te verliezen. Een burger liep constant het risico failliet te gaan en zichzelf als slaaf te moeten verkopen en als dat niet gebeurde kon hij alles verliezen in een conflict met een naburige stadsstaat.
Niettemin komen in de oudheid ook de eerste waarden op die wij wellicht modern zouden noemen. De Griekse filosofen ontdekten de waarde van de vrije dialoog en het slechten van vooroordelen. Plato stelde de eenheid van waarheid en schoonheid (hoewel hij kunstenaars en toneelspelers uit zijn ideale staat weerde: een onprettig totalitair oord.) Christus predikte de naastenliefde: wat gij niet wilt dat u geschiedt doet dat ook een ander niet.
In de volgende eeuwen wordt de westerse beschaving doordesemd met christelijke waarden. Overigens ging dat niet zonder slag of stoot. Ieder individu mocht voor God dan wel gelijk zijn, op aarde moest je je plaats weten. De eerste pausen in Rome hadden nog volop slaven. Een keuterboer in de middeleeuwen had nagenoeg geen rechten. En iemand van de verkeerde religie had al helemaal geen rechten. Dat veranderde in de Renaissance. De waarde van het individu werd ontdekt en daarmee de waarde van de individuele creativiteit. De opkomst van het protestantisme maakte de noodzaak van vrijheid van godsdienst duidelijk (vooral geïnterpreteerd als de vrijheid een andere god te aanbidden, niet om atheïst te zijn). Daarna gaat het snel. De Franse revolutie brengt vrijheid, gelijkheid en broederschap. We krijgen vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. De romantici ontdekken de waarde van de natuur. Industriële revolutie barst los: de waarde van technologische kennis, winst. Vorming van de moderne democratieën: kiesrecht, evenredige vertegenwoordiging. Na de twee wereldoorlogen: universele rechten van de mens, internationale rechtsorde. In de 60-er jaren: vrije tijd, recreatie.
Huidige structurele ontwikkelingen
Het is duidelijk dat we in onze tijd op een keerpunt zijn aangeland. Niet alles van het oude hoeft weg. Niet alles van het nieuwe staat ons nog helder voor de geest. Niettemin zijn er een aantal ontwikkelingen die er uitspringen. Mentale vrijheid en zelfexpressie, empowerment van het individu, zelfsturing geven aan je leven De mens ontwikkelt zich en komt tot zelfexpressie, de mens ontdekt zijn eigen creativiteit en voelt zich minder afhankelijk of niet meer afhankelijk van autoriteiten. De mens is zich meer bewust van zijn vrijheid van keuze hoe hij zijn leven wil leven. De mens is ook meer zichtbaar in de maatschappij. Er vind een fundamentele ontwikkeling plaats waar de macht meer bij het individu en zijn zingevingproces komt te liggen dan bij maatschappelijke instituties. De mens voelt zich ook meer verantwoordelijk voor zijn eigen leven. Hij wil vooral af van regels en voorschriften en keert zich af van autoriteit. Hij wordt de architect en bouwer van zijn eigen leven. Het gevoel en het ‘hier en nu’ is de belangrijkste drijfveer. Hij is vrij in de ontwikkeling van zijn identiteit; vrije zelfexpressie behoort tot de mogelijkheden. Hij houdt van ‘zapping’ en ‘fusing’ (het combineren van verschillende stijlen en smaken). Ook speelt het zelf maken van concrete dingen een rol (denk aan websites, verbouwen en inrichten van huizen en tuinen, kunst enzovoort). Hij leeft graag mobiel en treedt actief naar buiten.
Je weer kind durven voelen
De mens durft zich weer kind te voelen en laat gevoelens toe van speelsheid wat vroeger niet voor mogelijk gehouden werd. Durven leven als een kind is een uitdaging. De mens leeft zich uit, voelt zich vrij en vol levenslust. Hij is nieuwsgierig, zelfs optimistisch en vrolijk. Hij laat de beheersing, die zo typerend is voor volwassenen, los. Dat is een uiting van vrije zelfexpressie. Hij zoekt actief naar verrassing, naar plezier, naar een prikkeling van alle zintuigen en hij geeft zich daarbij over aan impulsen.
Connecting & sharing (Verbinden en delen)
De huidige generatie wil delen wat men ervaart en wat men gezien heeft en wat men belangrijk vindt. Door mobiele telefoon, Internet en de convergentie van media is het mogelijk eigen ervaringen te delen met anderen. De mens zoekt naar partners in de samenleving, want hij wil zich verbinden en zijn ervaringen delen. Contact met anderen is een belangrijke bron van plezier. Hij deelt het individueel welbevinden met anderen; hij zoekt de ervaring van verbondenheid op. Niet alleen de eigen familiebanden zijn van belang. Hij bouwt zijn eigen ‘extended family’ en deelt zijn ervaringen met de leden, bouwt aan communities en neemt daaraan deel. Centraal staat ontmoeten en betrokkenheid Communities of interest, communities of practice spelen een belangrijke rol in de huidige opinievorming van de burger. Nieuws reist sneller langs nieuwe media dan over de traditionele weg. De terroristische aanslagen in London werden sneller gerapporteerd door de bloggers dan via de traditionele media.
Nieuwe functionaliteiten door technologie en absoluut gemak
Traditioneel moesten goederen en diensten vooral functioneel en nuttig zijn. Door de enorme technologische ontwikkelingen verwacht de mens nu totaalgemak. Hij zoekt spanning en plezier in het gebruik en de toepassing van de goederen en diensten. De invulling en interpretatie van de beleving van goederen en diensten is uitermate persoonlijk. De mens handelt deels op basis van gevoel en intuïtie en minder op basis van rationele overwegingen. In goederen en diensten zoekt de mens niet langer puur naar de feitelijke functionaliteit, maar naar zijn eigen zingeving en invulling van zijn levensstijl door fun en aspecten die de fantasie en de verbeelding prikkelen. ‘Story telling’ speelt daarbij een belangrijke rol. De ‘look and feel’ spelen een belangrijke rol.
Convergentie en empowerment
In aanvulling op de hierboven genoemde ontwikkeling vindt er convergentie plaats van vervoers-, productie- en communicatiemiddelen. Daarbij moeten we denken aan PC gebruik, Internet, mobiel telefoneren, games en muziek, media. Deze technische ontwikkelingen gaan verder dan techniek alleen. Zij leiden tot empowerment van het individu. De nieuwe Airbus A380 gemaakt van biotechstaal is zo licht dat je er verder en sneller mee kunt vliegen met meer mensen. Door zo’n nieuw vervoermiddel convergeert tijd en ruimte. Amsterdam, New York en Sjang Hai liggen dichter bij elkaar dan 100 jaar geleden. Als gevolg van deze convergentie (global village gedachte) en de convergentie van media treden sociale veranderingen sneller op.
Je kunt tv kijken op je mobiel, bellen via je pc, mailen via de tv. Kortom alles convergeert met alles en leidt tot een ultieme decentralisatie en transparantie van de wereld, die de consument empowerment brengt en verschuivingen in de consument leverancier relaties. Dit leidt tot een aantal onomkeerbare veranderingen:
- Veranderende rol van instituten zoals kerk en staat en gezag. Er is minder respect en gevoel van eenheid voor de natie als identificatie en betekenisdrager.
- Veiligheid. Met de toenemende rol van terrorisme en welvaartsverschillen is veiligheid een belangrijk issue.
- Vervrouwelijking van de maatschappij. De maatschappij vervrouwelijkt; er is meer behoefte aan sfeer en warmte. Intuïtie en een gevoelsbenadering zijn nu meer mogelijk dan ooit. Niet alleen de rationele werking van producten is belangrijk, maar juist ook de eerder genoemde ‘look and feel’.
- Vitaliteit en de veranderende relatie tot je eigen gezondheid. Gezondheid staat voortdurend hoog op onze agenda. Onze benadering van gezondheid is nu echter meer intuïtief en holistisch. Vroeger was het belangrijk wat de dokter vond, nu draait het om wat goed is voor het individu. De verandering is van een rationele gezondheid naar een totaal goed voelen. Er is sprake van een fusie tussen fysieke en mentale gezondheid, ofwel het subjectieve gevoel van welbevinden. Gezondheid wordt gezien als maakbaar en haalbaar en de mens bepaalt zelf wat wel of niet goed aanvoelt. Medische instellingen verliezen autoriteit. Er is een beweging gaande van zorgen naar verwennen. Genieten en zien genieten wordt gezien als iets waardevols. Ook bij gezondheid is een hang naar ‘fun’ en inspiratie, en er wordt minder gelet op functionaliteit. ‘Health & beauty’ vertegenwoordigen steeds meer speels plezier. Gezondheidsproducten worden verwenproducten.
- Spiritualiteit. Een toenemende rol van spiritualiteit. Je hoeft je er niet meer voor te schamen je intuïtief en spiritueel te laten leiden. Er zijn op dit moment minstens 2 programma’s per weekop tv over: Spiritualiteit met als issues: complexiteit, diversiteit, transparantie, veiligheid.
- Schaarste van de publieke ruimte. De publieke ruimte wordt meer en meer gedomineerd door economische motieven. Er is schaarste aan natuur en primary experiences. De publieke ruimte wordt gedomineerd door reclame en architectonische wanprestaties. We leven in een overbevolkte, over mediatised en gemarkette wereld waar economische motieven overheersen. Om je zelf uit te drukken moet je tegenwoordig zelfs betalen.
Nieuwe emergente waarden
De technologische ontwikkeling heeft de mens zoveel macht gegeven dat een herziening van onze normen en waarden noodzakelijk is. De hedendaagse technologie geeft ons enerzijds de mogelijkheid de totale planeet te vernietigen anderzijds kunnen we onszelf in de toekomst nagenoeg zonder beperkingen herdefiniëren. Zelfs als we er in slagen de dreiging van massavernietigingswapens te beteugelen dan nog is er de sluipende dreiging van milieuvervuiling en overconsumptie. Dat is een nieuwe situatie. Traditioneel is ons waardensysteem gebaseerd op een situatie van onmacht. We moeten leren met onze nieuwe privileges om te gaan. Duurzaamheid is daarbij het sleutelwoord. Met die duurzaamheid is iets vreemds aan de hand. Er is een paradox die men zou kunnen omschrijven als: de vooruitgang als vijand van de beschaving. Naarmate we meer van onszelf en de natuur om ons heen begrijpen worden we ook steeds meer een gevaar voor onszelf. We krijgen meer macht, maar daarmee niet automatisch ook het inzicht om die macht goed te gebruiken. We zijn in zekere zin gevangenen van ons eigen succes geworden. Door technologische en medische innovaties hebben we samenlevingen geschapen waarin burgers zich relatief gezond en vrij kunnen ontplooien. Die samenleving legt echter een onverantwoordelijk beslag op natuurlijke hulpbronnen en kan op termijn niet duurzaam onderhouden worden. Het is de laatste decennia duidelijk geworden dat we een gigantische wissel op de toekomst aan het trekken zijn. Onze samenleving is als een auto met een half lege tank op een eenrichtingsweg, zonder dat duidelijk is hoe ver het volgende tankstation nog is. Het is goed mogelijk dat we er in slagen op tijd voldoende duurzame technologie te ontwikkelen, maar dat hoeft niet zo te zijn. In dat laatste geval moeten we een stap terug doen en het zal niet makkelijk zijn politieke stabiliteit in de wereld te bewaren in de loop van dat proces.
In het licht van dit alles signaleren we een aantal ontwikkelingen:
- Het gaat niet meer om het bezit van zaken maar om de toegang tot het gebruik of de experience.
- Geld wordt in de westerse wereld een commodity, tijd en aandacht zijn de nieuwe currencies
- Je verbonden weten met gelijkgestemden, communities of interest, communities of practice, kortom: delen en verbonden weten.
- Home is everywhere: wereld burgerschap
- Authenticiteit van wie je bent en het gebodene
- De zelfinrichting en de zelfsturing van je leven
- Je kunnen uitdrukken: passie en zelf expressie
- Gezondheid
- Ecologie, het respect voor natuur en cultuur, voor de plek waar we mogen zijn
- Netwerken, Zelforganisatie, Netwerkorganisaties, plug in plug out
- Absoluut gemak en luxe
- De primaire ervaringen worden weer waardevol want deze worden schaars (tijdelijke opleving van virtuele werkelijkheden en digital environments)
Zonder de ambitie te hebben volledig of exact te zijn destilleren we hieruit een tentatieve lijst van nieuwe waarden:
- Authenticiteit
- Duurzaamheid
- Passie
- Creativiteit en Zelfexpressie
- De Natuur: Aarde als systeem
- Balans van feminiene en masculiene kwaliteiten
- Wereldburgerschap
- Gezondheid
- Toegang tot ervaring i.p.v. eigendom
- Zelfsturing
In de 21e eeuw leren we vooral onze beperkingen kennen. We zijn uiterst complexe biologische mechanismen die bij het minste of geringste uit elkaar vallen. We kennen de structuur van het DNA en we kunnen aan onszelf gaan sleutelen: onszelf mooier maken, of intelligenter. Onze gereedschappen zijn echter nog ruw en beperkt, alsof we met een moker een polshorloge willen repareren. Ons bewustzijn is niet meer dan een kleine controle kamer in een systeem dat zich grotendeels aan onze waarneming onttrekt. De aarde is een kwetsbaar evenwicht van chaotische krachten die we nauwelijks begrijpen. De zeespiegel kan 60 meter stijgen, maar er kan ook een nieuwe ijstijd aankomen. Onze resources zijn eindig. Voor het eerst in de geschiedenis is de natuur niet meer iets dat veroverd moet worden of bewonderd, maar iets dat onder onze handen verdwijnt. We zijn schadelijk puur door te zijn. De verstedelijking grijpt om zich heen. Meer dan de helft van de wereldbevolking woont in een grote stad. Steden met meer dan 10 miljoen inwoners zijn geen uitzondering. Er zijn geen witte plekken op de kaart meer. Steeds meer grote groepen mensen wonen in woestijnen, rivierdelta’s en op vulkaanhellingen waarvan we weten dat er grote kans is op rampen. Als de bevolking verder groeit, zijn de natuurlijke hulpbronnen binnen de kortste keren op. Als we niet groeien, vergrijst de bevolking en raken we economisch ook in het slop. Bedrijven zijn machtiger dan regeringen en dwingen naties om hun markten open te gooien. Maar ze zijn ook stuurloos, geleid door managers zonder moraal die zelden langer dan drie jaar aan het roer staan en alleen geleid worden door eigen hebzucht en het verlangen een abstracte aandeelhouder tevreden te stellen. In de sweatshops in Azië maken ze gemeenschappen kapot door mensen voor een hongerloon te laten werken en op hun thuismarkten concurreren ze de lokale middenstand aan diggelen. Er ontstaan nieuwe elites van politici, kunstenaars, acteurs en popsterren die verslaafd zijn aan aandacht. Bekendheid en het hebben van een goed netwerk zijn waarden op zich geworden die je politiek of artistiek kunt verzilveren. Niet al deze ontwikkelingen hoeven per se negatief te zijn, maar het is duidelijk dat we er met de traditionele waarden als vrijheid, gelijkheid en broederschap niet meer komen. We zullen de verantwoordelijkheid moeten nemen om de aarde als geheel een leefbaar oord te laten blijven, voor ons zelf en voor de generaties na ons.
Wat betekent dit voor ons: Earth’s call!
De renaissance is meer dan een optelsom van nieuwe normen en waarden. Er zal uiteindelijk een tijd kunnen aanbreken dat die nieuwe normen en waarden zover ingeburgerd zijn dat wet- en regelgeving hieromtrent onnodig worden. Een dergelijke zelfbewuste en verantwoordelijke mensheid is nog ver weg. Het is zelfs de vraag of de mensheid de huidige evolutie overleeft. Maar aangezien overleven toch een kernpunt van de mensheid is, durven we ons te wagen aan een beschrijving van de evolutie die we nu doormaken.
Een kernpunt is natuurlijk de ontwikkeling van ons mens- zijn in de komende periode. De vraag is niet of we ons ontwikkelen, maar eerder hoe we dat doen. Feit is dat we als samenleving van elkaar leren, en dat we dat nu ook zo onderkennen. De Romeinen en de Grieken kenden het verschijnsel van ‘gezamenlijke leerervaringen delen’, helemaal niet. Het is dus niet vanzelfsprekend. Het is wellicht een ontwikkeling van het hedendaags bewustzijn dat ons in deze nieuwe tijd zo bewust maakt van het feit dat we evolueren en dat we dus in die evolutie daadwerkelijk van elkaar kunnen leren.
We zijn doorgaans snel met het benoemen van ontwikkelingen die gaande zijn. Dat is een opvoedingskwestie. Uit de vorige eeuw zijn we product georiënteerd opgevoed. Daardoor benoemen we vaak nog de essentie van een probleem of een uitdaging. Vroeger maakten we producten of leverden we diensten en als zodanig moesten we die benoemen. Het kenbaar maken heeft ons afgedreven van het voelbaar zijn van ontwikkelingen voor onszelf. In feite hebben we een buitenwereld gerealiseerd die we in bewondering bekeken hebben. Net zoals in de Griekse en Romeinse tijd was de werkelijke verplaatsing van onszelf in een ander, of naar onszelf toe, van minder groot belang dan specifiek de verplaatsing in wat wij produceerden of veroorzaakten. Nu zie je een beweging waarin de maatschappij transformeert, in feite nog vaak zonder daadwerkelijk bewustzijn, maar in alle duidelijkheid wel vanuit een evolutionair gevolg van de volgorde van onze ontwikkeling. De verandering is dus nu niet ingegeven door iets materieels benoembaar van buiten af, maar het omringt ons in alle hevigheid. Dat dit uiteindelijk een schokeffect veroorzaakt is evident.
Er zijn verschillende kleine en grote omwentelingen te zien. Het sterkst was die bijvoorbeeld rond het jaar 2000 toen de beurzen huizenhoog de hemel in toornden. In die tijd was het streven naar materieel bezit op één van haar hoogtepunten. Computerbedrijven profiteerden van de sterke ontwikkeling van de informatietechnologie en er ontstonden talrijke nieuwe initiatieven. Er waren stimuleringsfondsen en diverse investeringsmaatschappijen zagen brood in de toekomst van de ICT. In die tijd waren we nauwelijks de angst rond de millenniumbugs gepasseerd, en we hadden onze mond vol over allerlei vernieuwende diensten die de wereld dramatisch zouden veranderen. Dat dramatisch veranderen gebeurde wel, echter vanuit evolutionair perspectief. Niet zoals men aanvankelijk verwachtte. Tientallen initiatieven sneuvelden nog voordat ze de strategische ontwikkeltafel verlaten hadden. En nog veel meer werden daadwerkelijk als bedrijf geboren om roemloos ten onder te gaan. Maar hun levensperiode was er wel, zeer duidelijk voor iedereen en tijdelijk uitermate bloeiend. Met de miljoenen die in de kas van dergelijke ondernemingen groeiden werden over en weer ICT experts aangetrokken, marketingspecialisten verleid om te komen meewerken en nieuwe medewerkers bij anderen tegen gigantische bedragen weggekocht. In die tijd konden werknemers op materieel gebied alles krijgen. Dat gebeurde ook. Huis, auto, kind, boom, beest, geld veel geld, pensioenregelingen, alles was mogelijk. In die tijd van materiele wellust en bevrediging leerde vriend en vijand één belangrijke les. Misschien was dat de les waarom dit allemaal begonnen was. De les van de materiele armoede. Men leefde in een glazen huis, zonder visie doel of vreugde. Men leefde voor geld en verkocht zijn of haar ziel aan de onderneming waar toch steeds weer het streven naar geluk of iets anders ontastbaars, vanaf het eerste tot het laatste werkuur per dag een stempel drukte. Er was echter toch meer tussen hemel en aarde dan goed pensioen en onwijs veel geld verdienen. Er was zoiets als geluk, liefde, gemeenschapszin en samenwerkingsverband.
Wat al veel eerder was gebeurd in verkrachte vorm zette sinds deze periode eigenlijk over de hele breedte van de samenleving door. Waar Emiel Ratelband zijn ontpofte NLP visie dropte in talrijk verdwaalde directiekamers, ontstond ondergronds een opborrelende beweging van de zingeving. Waar eerst de goeroes uit India, de Ratelbanden, en de mislukte psychologen elkaar verdrongen om training en zingeving in ademhaling en wedergeboorte, ontstond er een shake out, en tegelijkertijd een acceptatie in deze wereld. De zoektocht naar zingeving werd ingezet, niet in de minste plaats door de zwanenzang van de dodelijke nuchterheid die nog steeds regeerde als relikwie van de industriële revolutie en anderzijds door het verleidingsmechanisme van de verdwazing en verdwaling in alternatieve leefmogelijkheden.
Nieuwe waarden worden in deze nieuwe eeuw ontdekt. In het bijzonder de westerse volkeren ontdekken dat er meer is tussen hemel en aarde dan de wereld die volgens hen goed is. Men ontdekt dat juist door het geven aan de aarde, het ook mogelijk is ervan te ontvangen, een overigens reeds heel oud bekend, doch gedwongen vergeten principe vanuit de natuurreligies. In dat kader komt het nieuwe denken op over ruimte en tijd. De plooibaarheid en dimensionaliteit van tijd wordt bespreekbaar. De chaos van de tijd is opeens een aandachtspunt. De drukpunten op de samenleving worden langzamerhand verlegd van een onderworpen mens naar een bevrijd mens dat zich bewust is van de redenen waarom het onderworpen was. Daar waar de overheid noodgedwongen wetten en regels uitvaardigde, in sommige landen met het wetboek in de ene, en de Bijbel of Koran in de andere hand, begint een nieuwe generatie op te komen die ook wel zonder dit machtsvertoon begrijpt dat er samenlevingsregels zijn. Er komt een vorm van communicatieve zelfsturing op gang. Die ontwikkeling kan lang niet elk volk aan, waardoor het nog steeds regelmatig botst, en waardoor opvattingen over beleid en ontwikkeling vaak nog haakser op elkaar staan dan in de vorige eeuw.
Nieuwe technieken leggen de basis voor nieuwe denkrichtingen. Men leert vanuit een economisch belevingsmodel zeer gepersonifieerde producten en diensten ervaren, die in feite voor iedereen, massaal, een persoonlijk gevoel veroorzaken. Nike start bijvoorbeeld met een schoenenlijn die men individueel kan samenstellen, en waarbij men een persoonlijke inhoud geeft aan een schoen die nog geen tien jaar geleden als eenheidsworst van een productieband kwam. De nieuwe vrijheid brengt ook met zich mee dat machtsbesef verandert. De grote fabriek als machthebber verandert. Hiërarchische rolpatronen in managementstructuren worden omgegooid. Het fenomeen van de platte organisatie ontstaat. Er komt een nieuw denken op gang over de bouw van bedrijven en samenwerkingsverbanden. Waar de leiding vroeger beruste bij de mannen met ballen, de masculiniteit overheerst reeds 2000 jaar, komt nu ruimte voor het denken over liefde, zorgzaamheid, vrijheid van denken en mogelijke ontwikkeling van flow als element in het bedrijfssucces. Succes als woord wordt verbannen uit de directiekamers in de zin van groei, grotere bedrijfsvormen, gedwongen overnames, directies met machtsvertoon op de werkvloer. Succes wordt meer feminien gebruikt als woord voor het succesvol omgaan met elkaar en het gezamenlijk bereiken van prestaties. Opleidingen veranderen. Het is alsof we met de hele directiekamer van het stoplichtenken afwijken (dus afscheid nemen van de Balanced Scorecard die als stoplichten fungeren in het meten van de productieniveaus in het bedrijf), en het toestaan van rotondes in het bedrijfsproces. In feite wordt met de invoering van zowel de fysieke als virtuele rotondes (ook fysiek zien we er namelijk steeds meer ontstaan), een uiting gegeven aan de gevoelsstromen van de mens in deze evolutionaire ontwikkeling. We verbinden onze linker- en rechter hersenhelften bewuster met elkaar dan we ooit gedaan hebben. Dat is ook logisch omdat we nu, na de industriële verwondering der dingen, tijd hebben om dat te doen, domweg omdat de tijd er voor is aangebroken. Door links en rechts te verbinden, verbazen we ons niet meer over de sterke man en de intuïtieve vrouw, maar ontdekken en onderscheiden we beide rolpatronen in onszelf veel sterker dan we ooit deden.
Kort samengevat kunnen we stellen dat in deze nieuwe evolutionaire ontwikkeling, de mensen innovatiever en ondernemender zijn, en daartoe ook gestimuleerd worden. Mensen worden aangespoord om keuzes vanuit het hart te maken, waardoor de authenticiteit van de mens als individu en de rol die men speelt in de maatschappij, een nadruk krijgt. Uiteindelijk zal de zelfregulerende en bewuste mens ook afstand nemen van regelende politieke partijen en niet langer anderen als schuldigen of uitvoerende aanwijzen, maar zichzelf als uitgangspunt nemen en samenwerking met anderen zoeken om zaken anders te organiseren ten gunste van alle betrokkenen. Hierdoor ontstaan bewegingen van mensen met visie, opinie en open discussie, zonder direct te vervallen in establishment en vaste normen en waardepatronen. Een zelfbewuste mensheid neemt ook afscheid van oude normen en waarden die vanuit de opvoeding of geslachtsopvolging bepaald zijn, en is in staat deze te herijken in een nieuw tijdsbeeld. Men stelt zich open voor nieuwe denkpatronen en informatie. Bijvoorbeeld Prof. Henk Volberda van het Strategic Renewal Center Erasmus die na langdurig onderzoek sociale factoren als durf, teamgeest en vrijheid van werken als doorslaggevend voor de innovatiekracht van een bedrijf identificeert. Onderzoek en ontwikkeling, waar in Europa zo op wordt gehamerd, dragen veel minder bij aan innovatiekracht van een bedrijf dan aanvankelijk in de vorige eeuw gedacht werd. Verder is in dit veld Pim van Lommel, cardioloog, actief, die jarenlang onderzoek heeft gedaan naar bijna doodervaringen, waaruit blijkt dat tijdens de klinisch dood fase, deze mensen een ruimer bewustzijn hebben dan ze ooit hebben gehad. Iets dat tot dusver wetenschappelijk niet kon. We zien ook Farmaceutische bedrijven die in Suriname bij inheemse bevolking onderzoek doen naar hun geneeskrachtige kruiden en geneeswijzen. We herkennen hier ook het onderzoek door Jessica Erdtsieck met als title “How to change the existing controversial attitude to inspired healing and how to catch the attention from scientific researchers and government officials?” Zij wil een brug slaan tussen oude en nieuwe genezingswijzen. Denk aan Klaar om te Wenden, een beweging die 900 mensen op de been bracht, en een overeenstemming vindt tussen mensen die de boeken van Ervin Laszlo: The Cosmic Vision, The Zero Point Field gelezen en begrepen hebben.
Tenslotte zullen we ook herkennen dat temidden van de honderden initiatieven en bewegingen van een mens die als het ware uit een cocon ontwaakt, en zich bewust wordt, één grote gemeenschappelijke deler zit. Die gemeenschappelijke deler is belangrijker dan de specifieke focus van al die grote en kleine groeperingen. De deler van al die mensen is het bewustzijn, het ontwaken, en het verkennen van nieuwe werelden. Alsof miljoenen mensen over de hele wereld als Columbus in een vreemd land arriveren. Alsof we met een zeekaart vertrokken om aan te komen op de verkeerde plek op een plaats waarvan ze dachten dat de aarde zou ophouden te bestaan. Het is een enorme sprong die we maken door te gaan denken in virtuele eenheden, in virtuele steden en samen ook nog virtuele samenlevingen op te zetten. Op de dag dat men de Bijbel een Wetboek noemt voor mensen uit een oude tijd, zal de heiligheid van het bewustzijn van een positieve en goede mensheid, het moeten hebben gewonnen van de heiligheid van één of ander boek dat dwingend oplegt dat de mens zich gedraagt op een manier die voor elk mens op aarde een menswaardige samenleving mogelijk maakt. Ofwel, als de Heilige Boeken en Geschriften hun dwingende moraal verliezen, dan zal de mens zelf in staat zijn om de heiligheid in een menswaardige samenleving te waarborgen. Dan zullen normen en wetten als waarden functioneren, en de logica van het goede in de mens zal dan als een automatische “agent” het leven op aarde vanuit een geïntegreerde samenleving besturen. Als dan buitenaardse wezens onze planeet naderen, worden ze niet aangesproken door een overspannen Bush en een godsdienstfreak als Amahinejad, maar door een regering van de mensheid op aarde. De nieuwe tijd. Earth’s Calling! Pick op that Phone Now!