Waarde

Het Handwoordenboek van hedendaags Nederlands van Van Dale zegt:

waarde (de ~ (v.): ~n/~s 0.1 betekenis die iets heeft als bezit of ruilobject 0.2 (pregn.) grote waarde 0.3 zedelijke, esthetische, persoonlijke betekenis van iets ⇒belang 0.4 (muz.) (van een noot) lengte 0.5 zaak van zedelijk, cultureel belang 0.6 getal, bedrag dat een meter aanwijst ♦ 2.1 de intrinsieke ~ van een munt volgens het gehalte aan edel metaal; numeraire ~ omloopwaarde van een munt 2.5 oude religieuze ~n hoog houden 3.1 de ~ bepalen 3.3 ~ aan iets hechten 6.1 in ~ achteruitgaan, stijgen; naar ~ schatten het juiste belang aan iets hechten; onder, beneden de ~ voor minder dan het waard is; ter ~ van; tot een ~ van; voor een ~ van 6.2 is er iets van ~ bij? 6.3 iem. op ~ schatten 6.3 van nul en generlei ~ onbeduidend.

Bij waarden voor een mens, organisatie of land gaat het voornamelijk over de betekenissen:

0.3 zedelijke, esthetische, persoonlijke betekenis van iets ⇒belang

0.5 zaak van zedelijk, cultureel belang

Veel voorkomende waarden in deze situatie zijn:

• Begrip
• Betrouwbaarheid
• Billijkheid
• Dienstbaarheid
• Doelbewustheid
• Eerlijkheid
• Gelijkwaardigheid
• Geloofwaardigheid
• Integriteit
• Kameraadschap
• Openheid
• Respect
• Tolerantie
• Verantwoordelijkheid
• Vergevingsgezindheid